VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

De Europese Centrale Bank lijkt het zekere voor het onzekere te nemen. De inflatie moet en zal omlaag naar de doelstelling van 2 procent, uiterlijk in 2025. Het rentebesluit van donderdag was geen verrassing: de beleidsrente blijft 4,00%. Op de persconferentie na de afkondiging waren niettemin toch genoeg interessante opvattingen op te tekenen. Verslag vanuit Frankfurt.

In Europa is sprake van een vertraging in groei en in het derde kwartaal liet de eurozone zelfs een krimp van 0,1 procent zien. De inflatie (Harmonised Index of Consumer Prices, HICP) daalde in november naar 2,4 procent. Het zijn factoren die een renteverlaging mogelijk zouden kunnen maken.

Tegelijkertijd is de werkloosheid in de eurozone op een laag niveau van 6,5 procent, slechts iets hoger dan de laagste stand ooit: 6,4 procent. Dat kan opwaartse druk zetten op lonen.

Het toekomstbeeld voor de economie en voor de inflatie is dus gemengd: het kan vriezen, het kan dooien. Wat betekent dat voor de rentes volgend jaar?

Optimisme
Net vóór de ECB, kwam de Amerikaanse Federal Reserve op woensdag 13 december al met een rentebesluit voor de Verenigde Staten: de beleidstarieven bleven ongewijzigd. Daarbij reageerde de markt optimistisch op de zogeheten dot plot (de renteprognoses van de verschillende FED-bestuurders die het monetaire beleid bepalen). Die zou wijzen op een daling van 75 basispunten (0,75 procentpunt) in 2024. De inflatie is volgens Fed-voorzitter Jerome Powell behoorlijk onder controle, al wilde hij nog geen victorie kraaien. Garanties voor  dergelijke renteverlagingen zijn er dus niet.

Voorafgaand aan het rentebesluit van de ECB was er niettemin veel optimisme op de markt. De weg voor de rente was volgens analisten duidelijk omlaag en financiële markten liepen daarop vooruit met sterke koersstijgingen van aandelen en dalende langetermijn-obligatierendementen (en dus stijgende obligatiekoersen).

Een zachte landing van de economie, ondanks inflatie en de renteverhogingen zonder stevige recessie, lijkt daarmee te zijn ingeprijsd.

Het was dus de vraag hoe de president van de ECB, Christine Lagarde, de keuzes zou presenteren tijdens haar persconferentie donderdag. Tot voor kort leken de markten er nog van uit te gaan dat meer renteverhogingen in het verschiet lagen, maar dat sentiment is heel snel gedraaid. Buiten volledige financiële crises is het ongebruikelijk dat de prognoses van beleggers zo sterk veranderen tussen vergaderingen.

Kwetsbaarheden
Christine Lagarde was herstellende van een covid-infectie, maar kon desondanks de hele persconferentie volmaken zonder hulp van vicevoorzitter Luis de Guindos.

Optimisme was er van de zijde van de ECB over de inflatie. Die moet stapsgewijs afnemen over de komende jaren: van 2,7 procent in 2024 naar 2,1 procent in 2025, om in 2026 uit te komen op 1,9 procent. Onder de doelstelling van de ECB. Niettemin bleef volgens Lagarde waakzaamheid geboden: “Nu de energiecrisis wegebt, moeten de nationale regeringen doorgaan met het afbouwen van de bijbehorende steunmaatregelen. Dit is essentieel om te voorkomen dat de inflatiedruk op middellange termijn toeneemt, wat een nog strakker monetair beleid nodig zou maken.”

Volgens Lagarde blijven markten en bedrijven kwetsbaar voor ongunstige financiële en geopolitieke verrassingen en verschuivingen in het marktsentiment. Daarnaast vertaalt de monetaire verkrapping zich steeds meer in hogere kosten van schulden. Dat brengt risico’s met zich mee voor bedrijven, huishoudens en overheden.

Plateau
De verschillende beleidsrentes bleven dus ongewijzigd, maar Lagarde gaf wel enige inzichten in hoe de ECB het nieuwe jaar ingaat. In de eerste helft van 2024 verschijnt volgens haar een grote verzameling aan data, die een nieuw licht kan werpen op looninflatie, de fiscale steunmaatregelen van overheden die langzaam worden afgebouwd – iets wat de ECB overigens graag ziet gebeuren – en het effect van de hogere reële lonen (dus gecorrigeerd voor inflatie) op de bestedingen. Voor de beslissing van donderdag had de centrale bank nog slechts beschikking over gegevens tot 23 november.

Beurzen zijn niettemin al anderhalve maand in jubelstemming over de mogelijke renteverlagingen en het gevecht tegen inflatie dat gewonnen lijkt. De ECB blijft er daarom vooral op hameren dat toekomstige stappen data dependent zijn, oftewel: ze worden bepaald door de nieuwe economische en financiële gegevens die nog moeten binnenkomen. De rentes zouden daarbij omhoog of omlaag kunnen, maar Lagarde maakte duidelijk dat daartussen ook een plateau ligt waarop de tarieven kunnen blijven liggen.

Het zorgde donderdag voor een kleine domper op de Europese beurs, na een goede start. Ook werd de euro nog wat sterker ten opzichte van de dollar. Dat was ook al ingezet na de eerdere uitlatingen van Jerome Powell die op een ruimer monetair beleid in de VS hintte. Lagere rentetarieven in Amerika maken de dollar minder aantrekkelijk.

De verwachting lijkt te zijn dat de rentes inderdaad toch langer hoger zullen blijven in de eurozone. Dat beeld, nog los van de kans eventuele nieuwe geopolitieke schokken, zorgt ervoor dat beleggers maar beter rekening kunnen houden met koersfluctuaties – vooral omlaag – bij tegenvallers. 

Foto: ECB